Je weet ook niet wat je wilt

Het is je vast al eens overkomen. Je begint ergens aan en na een tijdje merk je dat het niet lukt omdat je klachten toenemen. Je stopt er mee en begint aan een volgende activiteit. En help, ook dat geeft extra klachten. Dan maar weer wat anders.

Ook op het werk gebeurt dit regelmatig. Je geeft aan dat je je functie nog prima uit kunt voeren maar als de klachten toenemen begin je te twijfelen en ga je in gesprek om je takenpakket aan te passen. Na een maand of 2 blijkt ook dat geen succes te zijn en ga je weer in gesprek en kom je met een ander voorstel. Als dit een aantal keren achter elkaar voorkomt slaat de twijfel bij je toe. Je wordt er moedeloos van. Als je dan ook nog eens te horen krijgt van een collega of familielid ‘Je weet ook niet wat je wilt’, slaat de onzekerheid helemaal toe.

Twijfels en onzekerheid zijn logische gevoelens als je aan het zoeken bent wat je nog wel kunt. Of je nu aan het opbouwen bent na het stellen van de diagnose of een (onverwachte) terugslag krijgt. Je omgeving ziet je alleen ploeteren. Of dat nu thuis is of op je werk. Zij willen je graag prettig zien functioneren en op je werk willen ze weten waar ze met jou aan toe zijn.

Wat kun je nu doen als je merkt dat je in een dergelijke situatie bent beland?

  • Als je merkt dat dit bij jou gebeurt, zorg er dan in ieder geval voor dat je in een dergelijke periode geen definitieve beslissingen neemt waarvan je de consequenties niet kan overzien. Neem dus ook nooit zelf ontslag.
  • Vertel aan de mensen in je omgeving, voor wie dat van toepassing is, dat je (even) aan het zoeken bent of een tijdelijke terugslag hebt. Geef aan dat je eventjes tijd nodig hebt om de zaken weer op een rij te krijgen.
  • Doe een stap terug en zoek het niveau op waarvan je zeker weet dat je het aankunt. Gun jezelf dit ook. Dat heeft niks met falen te maken. Zo krijg jij zelf en je omgeving ook weer meer zicht op wat je wel kunt. Dat geeft weer vertrouwen en het communiceert makkelijker.
  • Zoek iemand om mee te sparren. Als je hiermee alleen aan de slag gaat, blijf je in je eigen gedachtencirkel rondgaan. Zo zie je andere mogelijke oplossingen over het hoofd. Laat het gesprek wat je hebt gehad ook bezinken. Een korte zin als: ‘dank je wel, ik laat het even bezinken’, is voldoende. Zo geef je jezelf de tijd om te beslissen welke volgende stap nu voor jou de beste is. Je hoeft namelijk zelden direct te beslissen.
  • Experimenteren en zoeken hoort bij het hebben van een chronische aandoening. Doordat je steeds meer ervaring krijgt en zaken sneller herkent, is het ook makkelijker keuzes maken in wat je wel doet en wat je laat vallen. Gun jezelf daarom experimenteertijd en laat de experimenteertijd regelmatig terugkomen.

Wat doe jij in dergelijke situaties?

Deel dit artikel

Facebook
Twitter
Linkedin
WhatsApp
Email

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2008 – 2024 Annemiek de Crom | Privacyverklaring | Cookieverklaring | Algemene Voorwaarden | Sitemap
Ga naar de inhoud