Ineens moet ik aan Thea Beckman denken als ik het zoveelste artikel over de eikenprocessierups lees. Aan haar boek ‘Kinderen van moeder aarde’. Daarin vertelt ze over woudlopers die voor het natuurlijk evenwicht in het land Thule zorgen.
Als er ergens een dierenplaag dreigt, zorgen de woudlopers ervoor dat deze plaag voorkomen of bestreden wordt. Ze zetten natuurlijke vijanden in of halen de dieren weg en verplaatsen ze naar een omgeving waar te weinig van deze dieren zijn. Ze werken samen met de natuur in plaats van ertegen.
Steeds duidelijker wordt dat de explosie van de eikenprocessierups onze eigen schuld is. Deze beestjes waren in de 19e eeuw al in ons land. Dus nieuw zijn ze niet. Alleen leefden we toen anders. Wat doen we verkeerd? We zetten overal eiken neer, in plaats van een variatie aan bomen. We verwijderen groen rondom bomen want dat zien we als onkruid en dat vinden we lelijk. Weg fluitenkruid, aaltjes en sluipwespen die zo belangrijk zijn voor het opruimen van de rupsjes.
Voeg daarbij dat we veel te laat reageren op waarschuwingen en adviezen van experts en het feest voor de eikenprocessierups is compleet.
We leren ook weinig. Vorig jaar hadden we de buxusmot. Kwistig bespoten we de buxussen met gif. Motten weg maar ook hun natuurlijke vijanden gingen dood. De volgende plaag staat al klaar: de dennenprocessierups. Eens kijken of we nu alert zijn en goede acties ondernemen.
De beste actie? Stel woudlopers aan die het natuurlijk evenwicht in de gaten houden en bewaren zonder gif te strooien. Dat is goed voor mensen, dieren en onze planeet én het scheelt ons veel ellende.
Thea Beckman was haar tijd ver vooruit.