verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering

Verplichte AOV slecht voor chronisch zieke

80% van de ZZP’ers (zelfstandige zonder personeel) heeft geen arbeidsongeschiktheidsverzekering of bouwt geen pensioen op. Het kabinet zit hiermee in zijn maag en neigt daardoor naar een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP’ers.

Eerst enkele cijfers

In Nederland zijn ruim 1,1 miljoen ZPP’ers of beter ZP’ers (zelfstandige professionals). Van de 1,1 miljoen werken ongeveer 300.000 mensen parttime als ZZP’er. Bijvoorbeeld naast hun studie, naast hun baan in loondienst, of ondernemen naast hun arbeidsongeschiktheidsuitkering. Of ze kunnen domweg niet fulltime ondernemen vanwege chronische gezondheidsklachten.

In totaal zijn er in Nederland 8,8 miljoen mensen met één of meerdere chronische aandoeningen. Dat is 52% van de Nederlanders. Van de mensen die werken heeft 32% een chronische aandoening of (ernstige) ziekte. Dat zijn 2,8 miljoen Nederlanders en dat aantal neemt toe.

Een deel van de 1,1 miljoen ZP’ers heeft een chronische aandoening. Dat is geen synoniem voor arbeidsongeschiktheid. Toch vinden arbeidsongeschiktheidsverzekeraars dat wel. Veel mensen worden geweigerd omdat de verzekeraar het risico te groot vindt of ze moeten zo’n hoge premie betalen dat je je bijna ziek moet werken om daaraan te kunnen voldoen.

Een ander nadeel van een dergelijke verzekering is, dat je nooit zeker weet of je geld krijgt als er iets gebeurt. 53% van de ZP’ers heeft geen vertrouwen dat een verzekeraar uitkeert bij ziekte. 

Knelpunten

Heb ik geen oog voor de 80% van de ZZP’ers die niet verzekerd is voor arbeidsongeschiktheid? Jawel, alleen lost een wettelijke verplichting de werkelijke knelpunten niet op.

Veel werkgevers vinden het risico te groot om iemand in (vaste) dienst te nemen omdat zij voor de kosten opdraaien. Een goed vangnet bij chronische ziekte ontbreekt. Dat is zeker voor middelgrote- en kleine bedrijven een belangrijk aandachtspunt. Er is voor een specifieke groep mensen een vangnet geregeld. Denk aan mensen in het doelgroepenregister en met gemeentelijke uitkeringen.

Er zijn ook mensen die een chronische aandoening hebben en nu niet voor een vangnet in aanmerking komen, en door hun aandoening geen baan in loondienst krijgen.  

Mensen die zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen maar in loondienst niet aan de bak komen, krijgen vanuit de gemeente of UWV het advies om als zelfstandige te gaan werken. Voor sommigen is dat een uitkomst om toch te kunnen werken, voor anderen weer niet. Niet iedereen is geschikt om als ZP’er aan de slag te gaan.

Een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor mensen met een chronische aandoening maakt werken voor hen nog moeilijker. Zeker in de startfase van een bedrijf. Daarnaast hebben veel ZP’ers andere manieren gevonden om het financiële risico af te dekken. Bijvoorbeeld zelf sparen of een broodfonds.

Oplossingen

Welke maatregelen zijn dan nodig om zoveel mogelijk mensen met een chronische aandoening aan het werk te houden of te krijgen in loondienst of als zelfstandige?

  • Het allerbeste is natuurlijk een ander sociaal zekerheidsstelsel waarbij het niet uitmaakt of je nu in loondienst werkt, loondienst met werken als zelfstandige combineert of helemaal als zelfstandige professional aan het werk ben. Een echt sociaal stelsel dus waarbij de aard van het contract niet uitmaakt (vast, flex of ZZP). Maak de premie afhankelijk van iemands inkomen en niet van het soort contract. 

Zolang dat nog niet geregeld is, zijn de volgende oplossingen van belang.

  • Verruim de no-riskpolis (vangnet). Hierdoor lopen werkgevers minder risico en kunnen mensen met een chronische aandoening die eigenlijk niet als ZZP’er aan de slag willen, ook in loondienst aan het werk.
  • Kijk voor arbeidsongeschiktheid niet alleen naar traditionele verzekeraars maar vooral ook naar initiatieven als SharePeople, AOV Profs, Broodfonds of SamSamkring. Daarin helpen ondernemers elkaar bij ziekte en arbeidsongeschiktheid.
  • Zorg dat iedereen toegang heeft tot een bedrijfsarts. Werkzoekenden, mensen met een uitkering en ZP’ers hebben dat nu niet. Nog beter is een bedrijfsarts op de poliklinieken in een ziekenhuis. Dan is er een goede afstemming tussen de zorg en de bedrijfsgezondheidszorg wat (volledige) uitval kan voorkomen. Deze samenwerking zorgt er ook voor dat bij uitval een gezamenlijke aanpak voor re-integratie is. Goed en gezond werk, draagt bij aan herstel.
  • Maak gebruik van gespecialiseerde deskundigen zoals ervaringsdeskundige professionals. Zij kennen het klappen van de zweep vanuit twee kanten, als professional en als ervaringsdeskundige.

Deze maatregelen zijn geen kostenpost maar zijn duurzame investeringen in mensen die we (straks) hard nodig hebben op de arbeidsmarkt. 

10 mei 2019

Deel dit artikel

Facebook
Twitter
Linkedin
WhatsApp
Email

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2008 – 2024 Annemiek de Crom | Privacyverklaring | Cookieverklaring | Algemene Voorwaarden | Sitemap
Ga naar de inhoud