Bloeduitslagen zijn goed

Je bloed is goed

“Je bloed is goed. Er is geen ontstekingsreactie meer te zien. Ik zie dan ook geen reden om te stoppen met de verdere opbouw van je werk.” Dat zegt de bedrijfsarts van A.

A. merkt dat hij vastloopt en veel vermoeider is dan in het begin van de re-integratie. A. wil graag dat de opbouw van zijn werkzaamheden wat langzamer gaat. Hoe krijg ik hem duidelijk dat mijn vermoeidheid niet verdwenen is en dit gewoon te snel gaat, ook al zijn de bloedwaarden goed, vraagt A.”

Aandoening is er nog

A. heeft Axiale Spondylartritis (een vorm van reuma) én de ziekte van Crohn (een darmaandoening). Dat gaat met veel ontstekingen gepaard. De ideale mix van medicatie is gevonden en slaat goed aan. Vandaar dat de ontstekingswaarden in het bloed zijn gedaald.

Dat wil niet zeggen dat er met het lichaam niks meer mis is. Dat het lichaam niet meer zou hoeven wennen aan nieuwe en andere belasting. Daarbij heeft iemand met een auto-immuunaandoening vaak meer hersteltijd nodig voordat diegene de volgende stap kan maken.

Specifieke training

Bij het opbouwen van werk nadat iemand is uitgevallen, is bijna de standaard reactie: elke week of elke twee weken, er een x aantal uren bij. Helemaal als er een revalidatietraject is gevolgd. Dan is vaak de aanname dat iemand nu weet wat die moet doen en het nu goed is.

Het opbouwen van werk, ook na een revalidatietraject, kun je zien als een specifieke training. Ook daar moet een goede opbouw inzitten. Zeker bij mensen met een auto-immuunaandoenig. Daar werkt het afweersysteem vaak veel te hard en dat wordt meestal met medicatie geremd. Vermoeidheid kan zowel bij de aandoening horen als ook een bijwerking van de medicatie zijn.

Opbouw re-integratie

De standaardopbouw, elke week of elke 2 weken er x aantal uren bij, gaat in het begin meestal goed. Als de belasting verder toeneemt, draait de opbouw meer om details en gaat de vooruitgang veel minder snel. Dat is bij iedereen zo en helemaal bij mensen met een auto-immuunaandoening. A. zit op zo’n moment. Dat merkt hij vooral aan meer vermoeidheid en langzamer herstel van zijn werk. Als hij thuis komt moet hij eerste weer even rusten voordat hij verder kan. Dat was een hele tijd weg.

Het is dan puzzelen hoe je de opbouw verder goed vorm kan geven. Dat hangt onder andere af van:

  • De aard van de werkzaamheden
  • De verdeling van de werkzaamheden over de dag en de week
  • Hoe en wanneer je herstelmomenten toe kunt passen

Vaak is bij dit soort momenten in de re-integratie een pas op de plaats van groot belang. Soms is het zelfs handiger een stapje terug te doen om weer te herstellen. En maak daarna kleinere stapjes in de opbouw en de hersteltijd langer.

Hoe gaat het met A.?

Met A. hebben we het gesprek met de bedrijfsarts goed voorbereid en verschillende scenario’s doorgenomen. Hoe de opbouw wel kan en waar hij op moet letten. A. wil dolgraag werken maar wel op een gezonde manier. De bedrijfsarts is hierin meegegaan. Die laat A. nu de opbouw samen met zijn leidinggevende zelf verzorgen. Ze hebben wel regelmatig contact om de voortgang te bespreken en waar A. nog ondersteuning bij nodig heeft.

Deel dit artikel

Facebook
Twitter
Linkedin
WhatsApp
Email

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2008 – 2024 Annemiek de Crom | Privacyverklaring | Cookieverklaring | Algemene Voorwaarden | Sitemap
Ga naar de inhoud